Jaargang 1998, nummer 9

 

Voorwoord

1998, een bijzonder jaar? Ik weet het niet. Wat voor mij bijzonder is, is dat voor u misschien niet en omgekeerd. Zo gaat dat met geschiedenis, met feiten en met de interpretatie ervan. Alles is relatief. Dat geldt ook voor het afgelopen jaar, voor onze familiegeschiedenis en voor degenen die zich ermee bezig houden. We hebben geleefd en we zijn overleden, we kijken terug en leggen vast, we interpreteren en gaan verder. That's life! Zoals we het waard vinden om te leven, zo vinden we het waard ons met de geschiedenis van onze eigen familie bezig te houden. Ieder op zijn of haar eigen manier. Dat geldt voor Tice Boissevain in de USA, voor Denise de Uthemann in Zwitserland, voor Mia Canters en Bob Boissevain in Nederland. Elk vertelt die geschiedenis, interpreteert die en draagt bij aan het beeld dat anderen ervan krijgen. Er is geboren en gestorven, gegaan en gekomen, vastgelegd en veranderd, geschreven en weggegumd. Filosofisch? Ja, maar ook concreet. Het afgelopen jaar en dit Bulletin zijn er weer een bewijs van. Bestuurslid Anneke vertrok naar Spanje en werd vervangen door haar broer Raymond. Oud-voorzitter Ernst heeft goed werk gedaan in hun opvoeding! Met Raymond halen we Internetkennis in huis, we zijn niet bang voor de toekomst met een eigen site. Guus droeg het penningmeesterschap over aan Jan Willem. U kent dat wel: jong gezin, nieuwe baan, weinig thuis etc. Anneke en Guus bedankt voor jullie bijdrage. Tice zullen we missen als contactpersoon voor de andere kant van de oceaan. Hulde voor wat hij voor ons heeft betekend! Zijn er opvolg(st)ers? Zowaar een polemiek in ons blad. Kopij van derden is schaars en ook de kleine feitjes tellen. We publiceren het graag. Het "beeld" van onze geschiedenis wordt ermee bijgevijld en opnieuw vastgelegd. Ook vast te leggen is ons familiewapen. De meest populaire manier biedt nog steeds de zegelring. Over de achtergrond, het design en de kosten wordt u geïnformeerd. Verder stuurde een electriciën uit Amsterdam mij een dagboek van Hester Boissevain uit 1859 toe. Gevonden tijdens een verbouwing. Van een heer uit Schagen kreeg ik een Boissevainzegelring met de inscriptie 1865 20 april 1890. Dat is dus ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijksfeest van Edouard Constantin en Maria Calkoen. Zijn vader had die gekregen vanwege trouwe dienst bij de bank.

Een belangrijk jaar? Ik dacht het wel! Lieve familie, veel dank voor uw belangstelling in woord, geschrift en financieel.

Charles F.C.G. Boissevain,

voorzitter Boissevain-Stichting

 

Thijs Boissevain

Op 8 maart 1998 overleed Thijs (Tice) Boissevain, bijna 82 jaar oud. Een markant persoon qua uiterlijk, in levensloop en in zijn activiteiten voor de Boissevain-familie. Ik kende Thijs, die overigens 6 jaar ouder was, goed uit mijn kinderjaren. Uiterlijk deed hij mij, vooral in de laatste 15 jaar, sterk aan zijn even markante vader Walrave denken. Na zijn eindexamen in Amsterdam ging Thijs naar Amerika om te studeren. Hij bleef er de rest van zijn leven. Hij studeerde af aan het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology in Boston en was er ook nog enige tijd als lector werkzaam. Van zijn vele professionele activiteiten in de loop der jaren spreekt wellicht sterk tot de verbeelding zijn nauwe betrokkenheid in de Tweede Wereldoorlog bij het design en de constructie van de eerste kernreactor in het befaamde, maar toen nog supergeheime, Manhattan project. En 12 jaar later ondermeer zijn activiteiten bij het ontwerp en de constructie van de eerste door kernenergie aangedreven onderzeeboot, de Nautilus, die onder het poolijs de Noordpool bereikte. Naast zijn beroepsactiviteiten was hij ook op uiteenlopende terreinen zeer actief in het maatschappelijk leven. Een aantal ervan is vermeld in diverse Who is Who edities. Na zijn overlijden schreven enkele kranten in de staat Connecticut een artikel over hem. In onze familie speelde Thijs een stimulerende rol. In het stadje Boissevain in Manitoba (Canada) organiseerde hij in 1992 een Boissevain reunie, waaraan ruim 60 familieleden deelnamen. Enkele malen kwam hij speciaal naar Nederland voor het bijwonen van onze Boissevain reünies in Amsterdam.

Voor vele familieleden werd hij in de laatste 10 à 12 jaar van zijn leven vooral bekend door zijn uitgebreide genealogisch speurwerk naar alle nazaten van Lucas Boissevain. Hij traceerde er meer dan 2.300, waarvoor hij honderden brieven schreef. Eind 1987, ongeveer tezelfdertijd als het Centraal Bureau voor Genealogie de Boissevain Stichting benaderde voor hernieuwde opneming van onze familie in het Nederlands Patriciaat (NP) vroeg Thijs mijn medewerking aan een soortgelijk door hem gestart onderzoek. Dit leidde tot veel uitwisseling van gegevens. Vooral over de familieleden in Noord-Amerika leverde hij aan deze editie van het NP uit 1988 waardevolle bijdragen. Zijn speurwerk ging echter veel verder en omvatte ook uitwerkingen in de vrouwelijke lijnen. Zeer verhelderend en volgens mij ook veel overzichtelijker dan in het NP is zijn systeem van nummering der afstammelingen. Zoals bekend, wilde hij dit alles publiceren in een boek "The descendants of Lucas Bouyssavy and Marthe Roux". Degenen die onze Boissevain-reünie in november 1996 in Amsterdam bezochten, hebben een ontwerp ervan kunnen bekijken. In het boek zouden, naast een uitvoerige stamboom, tevens van een aantal Boissevains curricula vitae worden opgenomen alsmede enkele korte artikelen over de periode vóór Lucas naar Nederland kwam. Thijs heeft er tot kort voor zijn dood aan gewerkt. Zijn kinderen, vooral de oudste dochter Rommy, zijn vastbesloten het boek alsnog uit te geven. Door drukke werkzaamheden heeft dit vertraging opgelopen. Maar het komt! En de aanschaf is, voor elke Boissevain afstammeling een must, ook als hommage aan Thijs!

Robert Lucas (Bob) Boissevain (NP pag 74)

 

Familiewapen en zegelring

Voor het ontstaan van familiewapens gaan wij ruim 8 eeuwen in de tijd terug. Bij de toernooien die dan plaatsvinden, zijn de ridders gekleed in een harnas en dragen een schild om zich in een gevecht te beschermen. Er wordt achter gesloten vizier gevochten. De toeschouwers kunnen dus niet zien wie er onder de helm zit. De oplossing wordt gevonden in het aanbrengen van een herkenningsteken op de schilden. Hieruit ontstaat het familiewapen. Een andere familie mag niet hetzelfde teken gebruiken.

Bij een compleet familiewapen is een schild te zien, waarop het kenmerk van de desbetreffende familie met daarboven een helm is afgebeeld. De helm wordt bedekt met een helmkleed, dat wordt vastgehouden door een wrong. Op de helm bevindt zich een tweede herkenningsteken: het helmteken. Het helmteken wordt noodzakelijk, daar in de gevechten de schilden zo worden beschadigd, dat je nòg niet kon zien met welke strijder je te maken hebt. Meestal is het helmteken een attribuut uit het schild. Dit is echter geen vaste wet. Hoewel de familie Boissevain vrijwel zeker geen middeleeuws toernooiverleden heeft, hebben wij wel een wapen. Tegen een zilveren achtergrond toont het drie pyramidevormige groene buksbomen. De bomen zijn pas in 1935 gedefinieerd als buksbomen; in de 19de en 20ste eeuw komen we ook andere boomsoorten tegen (zie ook NP 1988, pag 41).

Familiewapens worden tegenwoordig ook afgebeeld in wapenschilderingen, glas-in-lood, borden, tegels en zegelringen. Deze worden vervaardigd in speciaalzaken, zoals Backers & Zoon Juweliers te Den Haag. Hier bevindt zich een unieke collectie familiewapens en lakafdrukken, waaronder die van de familie Boissevain. Deze 80-jarige firma, gelegen in de buurt van Paleis Noordeinde, verschafte ons de tekst voor dit artikel, zodat de redactie best bereid is wat reclame voor hen te maken.

Bij een bezoek aan de juwelier wordt uit een ruime collectie een model voor een zegelring gekozen. Elk model kan worden vervaardigd met een steen naar keuze. Veel gebruikte stenen voor zegelringen zijn o.a. de zogenoemde blauwlagenstenen, te verkrijgen in 6 tinten blauw, de Jaspis (groen), de Heliotroop (groen met rode stippels), Onyx (zwart) en Kornalijn (oranje/bruin). De ringen kunnen ook worden uitgevoerd met een gouden bovenplaat in plaats van steen. Het steenformaat en de kleur worden zodanig uitgevoerd, dat model en steengrootte in verhouding staan tot het formaat van de hand. Eerst wordt de ring door de juwelier vervaardigd, daarna volgt het passen. Na goedkeuring van de ring wordt deze gegraveerd. Voor een vader of een zoon wordt het volledige familiewapen afgebeeld. De aangetrouwde vrouw behoort een ovaal schild met wrong en helmteken te dragen. De rechtstreekse vrouwelijke afstammeling (dochter) draagt een ruiten schild, wrong en helmteken.

Het is het meest voordelig om ineens met het hele gezin naar Backers & Zoon Juweliers te gaan om u een ring te laten aanmeten: u krijgt dan 10 % korting op de prijs van de ring. Houd bij het leveren van zegelring en gravure rekening met maximaal 2 maanden tijd. Voor nadere informatie kunt u zich wenden tot Backers & Zoon Juweliers, Noordeinde 58, 2514 GK Den Haag, tel. +31.70.346.64.22, fax +31.70.365.65.19, E-mail: backers@worldonline.nl

 

Du Pays des Rivieres au pays des canaux

In Bulletin nummer 8 recenseert Charles Boissevain uit Leidschendam (NP pag 75) dit boekje, geschreven door Denise de Uthemann - Mesritz, als een "must voor iedereen die nog een beetje Frans kent en enigszins in de familiegeschiedenis is geinteresseerd". Laat ik vooropstellen dat ik het boek, evenals bovengenoemde Charles, ook heel aardig vind. Denise de Uthemann koos de romanvorm voor haar nakomelingen, aan wie zij het boek opdraagt. Deze vorm van literatuur maakt het lezen heel wat makkelijker dan een dor "wetenschappelijk" relaas. De auteur geeft weliswaar in essentie de grote lijnen weer, maar dat heeft als nadeel dat in de details soms wat al te veel romantische onnauwkeurigheden worden neergeschreven. Dat is de reden dat ik niet onverdeeld enthousiast kan zijn over Du Pays ... etc. Waarschijnlijk heeft Denise de Uthemann veel gebruik gemaakt van "oral history", een vorm van geschiedschrijving op basis van mondelinge bronnen, die in de loop der tijden onherroepelijk een eigen leven gaat leiden. Om dat te voorkomen, volgen hier enkele correcties.

De doop van het schip Boissevain in Hamburg (zie pag 98) werd verricht door mijn zuster Ellegonda Duranda en niet door mijn vader Walrave. Op bladzijde 99 staat, dat Gédéon Jérémie verdronken zou zijn in de Heerengracht "a deux pas de la maison maternelle ..". Mijn peettante Mia (Dr Maria B., zie NP pag 54) vermeldt in haar geschrift Een Amsterdamsche Familie dat haar oudste broer Gédéon Jérémie op jonge leeftijd, tijdens een bezoek aan enkele schepen in het IJ, op raadselachtige wijze in het water is gevallen en verdronk. Waarom de "romantisering" vlak bij het ouderlijke huis?

Hoofdstuk VII geeft de beschrijving over Denise de Uthemann's grootvader Karel Daniël Walrave (NP pag 54), de oudste broer van mijn vader Walrave. Uit de familiearchieven blijkt dat hij naar Canada ging, waar hij van 1894 tot 1901 mededirecteur was van The Alaska Feather and Down Compagny. Maar dat hij op "raquettes de neige" de rails van de Transcontinentale treinlijn tijdens de bouw ging inspecteren om te zien of Indianen 's nachts geen vernielingen hadden aangebracht, lijkt mij een typerend geval van "oral history". Zelf schrijft Denise de Uthemann enkele regels verder, dat de spoorlijn in 1881 gereed is gekomen. Haar grootvader was toen 15 jaar oud! In het Canadese plaatsje Boissevain hangt een zeker portret van een Boissevain, n.l. van Anasthase Adolphe Henri Boissevain. Maar, met alle respect, zeker niet van Karel D.W. "en uniforme de Consul générale".

Hoofdstuk VIII met pagina 109 e.v. gaat over Jan Boissevain, ook wel Jan Canada geheten (NP pag 55). Ook het verhaal over de oom van Jan, mijn vader Walrave, is volledige fantasie. Zoals mijn zusters en ik dit herinneren, werd mijn vader tijdens de Tweede Wereldoor­log onder druk gezet door zijn 2 neven om ons koper bij hen te verstop­pen. Mijn vader zou nooit uit eigen beweging een neef in gevaar brengen. Hij vond het ondergrondse werk van een van zijn dochters zó belangrijk, dat hij de radio en zijn jachtgeweer had ingeleverd en hij had dat koper ook veel liever ingeleverd.

In hoofdstuk IX kloppen noch de leeftijden van de kinderen van Jan Boissevain, noch de naam van de jongste zoon Frans (NP pag 56). Niet Frans A. doch François Joan Daniël en hij was 21 en geen 16 jaar oud. Ook de 2 dochters Annemie en Sylvia waren geen 13 en 12 jaar, maar 18 en 17 jaar. De gedachtenwereld gedurende die tragische periode van een 21-jarige jongeman en die van meisjes van ruim 17 en 18 jaar was naar mijn bescheiden mening en ervaring geheel anders dan beschreven in Du Pays des Rivières au Pays des Canaux. Annemie en Sylvia waren toen bij mijn ouders in ons gezin opgenomen nadat zij, als door een wonder, waren ontsnapt bij een overval op hun ouderlijk huis. Uiteraard heb ik met bijzondere aan­dacht de periode van de Duitse bezetting van ons land gelezen, omdat ik zeer bevriend was (en nog steeds ben) met mijn achternicht Sylvia (NP pag 56) en van nabij de tragische gebeurtenissen van de familie van mijn neef Jan Boissevain heb meegemaakt. Het is overduidelijk dat Denise de Uthemann de oorlogsjaren in Zwitserland heeft doorgebracht. Haar beschrijving van bijvoorbeeld het concentratiekamp Vught, waar Jan na 11 maanden internering in kamp Amersfoort op 18 januari 1943 belandde, is nogal naïef. Hoe zij erbij komt om Jan zijn vrouw Mies Boissevain - Van Lennep te laten ontmoeten "déguisé en plombier" in een "salle de bain" is voor mensen, die de bezettingstijd hebben doorgemaakt, ongeloofwaardig. Alsof men zich in een concentratiekamp kon vermommen als loodgieter! In werkelijkheid ontmoette Jan - gekleed zoals alle gevangenen in het gestreepte boevenpak zijn vrouw op 6 oktober 1943 in het kamp Vught. Samen met zijn zoon Frans sprak hij met Mies in de Philipswerkplaats of in het kamphospitaaltje, waar laatstgenoemde werkte.

De hele passage op de bladzijden 128 - 129, over Annette die zich zorgen maakt over haar acceptatie als Joodse in de familie, is volledige fantasie. Dit blijkt uit bladzijde 130, waar staat dat het huis van Jan en Mies - Corellistraat 6 - een adres was voor Joodse onderduikers. Trouwens in haar gehele boek gebruikt Denise de Uthemann geen enkele keer een pseudoniem, behalve hier waar de verloofde van Gi plotseling als "Annette" wordt aangeduid, terwijl haar werkelijke naam Louise (Wiesje) van Santen is.

Op pagina 137 staat het verslag dat Frans zou hebben gedaan van de laatste ontmoe­ting met zijn ter dood veroordeelde broers. Romantische fantasie en beslist NIET een "récit recuelli de Frans A. Bois­sevain, le plus jeune frère alors âgé de 16 ans". Frans D.J. werd 4 dagen na de dood van zijn broers - op 5 oktober 1943 - 21 jaar. Dat in het boekje op pagina 111 gesproken wordt over "de eerste executie door de Duitsers uitgevoerd" is slordig, evenals het aantal van 18 gefusilleerden. De werkelijke eerste executie van 18 ver­zetsmensen, zoals beschreven in het prachtige gedicht van Jan Campert De Achttien Doden, vond op 13 maart 1941 plaats. Dat was de "Geuzen" Verzetsgroep. De executie van de 19 leden van de Verzetsgroep CS 6, waaronder Janka, Gi en Louis Boissevain, vond in de vroege ochtenduren van de eerste oktober 1943 plaats. Frans mocht gedurende enkele minuten op de gang afscheid nemen van zijn broers voor zij gefusilleerd werden. Dat schrijft de auteur juist. Maar waarom deze gebeurtenis, op zichzelf al emotionel genoeg, nog dramatischer te maken door de zeggen dat alle 18 (in werkelijkheid 19) ter dood veroordeelden in de gang stonden en dat Frans "leur saisissais la main pour la serrer avant d'arriver vers mes frères tout au bout de la lignée"? Zo ging dat niet in werkelijkheid.

Wellicht vindt men dat ik wat al te veel spijkers op laag water zoek. Echter, voor mensen die de Duitse bezetting van ons land hebben meegemaakt en zeker voor mijzelf zijn de sterk "geromantiseerde" beschrijvingen van Denise de Uthemann moeilijk te accepteren. Ik heb met de 2 overgebleven zusjes Annemie en Sylvia ieder moment vanaf de overval in de Corellistraat met de daarop volgende gevangenschap van Mies, Frans, Janka en Gi en het nieuws van de executie intensief van heel dichtbij meege­maakt. Later werd ikzelf samen met Annemie, mijn moeder en zuster Lies eveneens gearresteerd. Ik besef dat de acceptatie van de beschrijvingen in Du Pays .. etc. anders zal zijn bij jongere generaties, die het boekje met plezier hebben gelezen.

Mia Canters - Boissevain,

Rotterdam (NP pag 61)

 

Familiearchief en das

In het Gemeentearchief van Amsterdam huizen zowel een bedrijfar­chief als een omvangrijk familiearchief van de Boissevains. Hiervan zijn inventarissen gemaakt, zodat u per onderwerp of persoon kunt zien wat erin zit. Dit is belangrijk voor familieleden die nog eens iets van vroeger willen inzien en voor onderzoekers, die daarin bronnen vinden voor breder historisch onderzoek. Deze archieven zijn bij elkaar gebracht, doordat familieleden veelal na een overlijden en met of zonder tussenkomst van het bestuur van de Boissevain Stichting correspondentie, dagboeken, diploma's etc. aan het Gemeentearchief hebben geschonken. Het bestuur moedigt u aan hieraan te denken, wanneer zich de mogelijkheid daartoe voordoet. Indien gewenst, kunt u zich daarvoor met bestuursleden in verbinding stellen.

De familiedas is een succes. Meer dan 100 (van de 200) stuks vonden inmiddels hun weg over de aardbol. Indien u een exemplaar wilt kopen, maakt u dan per das fl. 37,50 over op ABN AMRO rekening 41.21.69.649 of giroreke­ning 307.52.33 t.n.v. de Boissevain Stichting te Den Haag o.v.v. "das". Wij sturen hem dan z.s.m. toe. Een orgineel en leuk verjaardags-, Sinterklaas- of Kerstcadeau!

Het bestuur

 

Genealogie en naamgeving

Genealogische onderzoekers zien zich meer en meer geconfronteerd met recente maatschappelijke ontwikkelingen en in samenhang daarmee nieuwe wetgeving. Dit heeft consequenties voor publicaties op dit gebied. Te denken valt aan adoptie, al dan niet geregistreerde vormen van samenwonen en partnerschappen, wettelijke afschaffing van discriminerende termen als "onwettige" en "natuurlijke kinderen", achternaamkeuze, enz. Voor de naamgeving geldt in Nederland sinds 1 januari 1998 een nieuwe wettelijke regeling. Soortgelijke gelden in sommige andere landen reeds langer. Kinderen van echtparen kunnen nu naar keuze de achternaam van de vader of die van de moeder krijgen. Door de vader erkende kinderen van ongehuwden krijgen niet meer automatisch de naam van de vader, maar alleen op uitdrukkelijk verzoek van beide ouders. Het Centraal Bureau voor Genealogie blijft in het Nederlands Patriciaat voorlopig vasthouden aan uitwerking van stambomen in de mannelijke lijn, ongeacht de achternaam. Dat leidt op den duur helaas wel tot een gecompliceerd nummersysteem en niet makkelijk leesbare overzichten van verschillende achternamen.

Robert Lucas (Bob) Boissevain,

Heemstede (NP pag 74)